Leerlingbegeleiding

Leerlingen maken tijdens de middelbare schoolperiode een grote ontwikkeling door op verschillende gebieden. Zij doen kennis en vaardigheden op, maken veel keuzes en ontwikkelen zichzelf op sociaal en emotioneel gebied. Dit is niet altijd gemakkelijk. De school wil leerlingen daarbij ondersteunen, samen met ouders/verzorgers. Leerlingen worden gezien en hebben recht op begeleiding en ondersteuning. 

Op het Willem van Oranje College is de leerlingbegeleiding opgedeeld in drie aspecten:

• leren leren;
• leren kiezen;
• leren leven.

Leren leren
In het leren staat het opdoen van kennis en vaardigheden, het leerproces van de leerling centraal. Hoe leert hij/zij? Welke leerstrategie kan een leerling het beste inzetten bij het leren van leerstof en het aanleren van vaardigheden? Leerlingen leren o.a. hun huiswerk te plannen, schematiseren, reflecteren en samenwerken. In mentorlessen, maar ook in vaklessen wordt hier tijd aan besteed.

Leren kiezen
Binnen dit onderdeel wordt de nadruk gelegd op de keuzes die leerlingen maken voor vervolgstappen binnen onze school en een vervolgtraject na het Willem van Oranje College. De leerlingen hebben allereerst te maken met een profielkeuze. Vervolgens de keuze van profiel- en keuzevakken en examenvakken. Tot slot wordt er een keuze gemaakt voor een vervolgopleiding en/of een beroep. Vanaf de eerste klas zijn we op een gestructureerde manier bezig om leerlingen te helpen met hun keuzes.

Leren leven
Leerlingen ontwikkelen zich niet alleen cognitief, maar ook fysiek sociaal en emotioneel. Zij ontdekken hun talenten, sterktes en zwaktes. Wanneer de leerling niet goed functioneert, kan dat te maken hebben met persoonlijke problemen of belemmeringen. Ook daar besteden we in de school aandacht aan. Er zijn bijvoorbeeld trainingen op school die de leerling kunnen helpen om te leren omgaan met faalangst of om meer weerbaar te worden. 

Het begeleiden van leerlingen
De mentor vervult een centrale rol in de begeleiding van leerlingen. Vrijwel elke vakdocent is mentor van een klas of een groep. Hij/zij heeft het meest directe contact met de leerling, volgt de leerling en kan problemen signaleren. Hij/zij is ook het eerste aanspreekpunt voor de ouders/verzorgers van de leerling.

De toekomstige leerlingen maken voor de zomervakantie al kennis met hun mentor. Hij/zij is in de introductieperiode intensief betrokken bij zijn/haar mentorklas, om de leerlingen te helpen de overgang van de basisschool naar de middelbare school zo goed mogelijk te laten verlopen.

De docenten en mentoren werken in een team. Samen kennen en zien zij de leerlingen en maken onderlinge afspraken over het onderwijs, het volgen van de leerlingen en alles wat daar mee te maken heeft. Indien nodig en/of wenselijk kunnen zij de hulp van specialisten inschakelen. Dit zijn binnen de school onder meer de decanen, leerlingbegeleiders, remedial teacher, vertrouwenspersonen, ondersteuningscoördinator en orthopedagoog. 

Decanen zijn gespecialiseerd in keuzeprocessen bij studie en loopbaan. Leerlingbegeleiders zijn gespecialiseerd in het aanbieden en organiseren van passende ondersteuning binnen de school voor de leerling, bij zowel leerproblemen, (tijdelijke) gezondheidsproblemen als ook sociaal emotionele problemen. Zij zijn in staat om te beoordelen welke hulp de leerling op een bepaald moment nodig heeft. De leerlingbegeleiders organiseren intern maatwerktrajecten en/of kunnen externe instanties inschakelen. Zij onderhouden contact met ouders/verzorgers en het docententeam, in nauwe samenwerking met de ondersteuningscoördinator en de orthopedagoog.

TERUG NAAR HET OVERZICHT