Ons onderwijs is erop gericht om leerlingen programma’s aan te bieden die gericht zijn op eigentijdse levensvaardigheden van leerlingen. We verwoorden dit als volgt:
Leerlingen worden versterkt in hun zelfstandig opereren. Ze leren eigenaarschap te ontwikkelen, waardoor ze in staat zijn de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Om volwaardig te kunnen participeren in de samenleving is het noodzakelijk om digitale hulpmiddelen op een goede manier te kunnen gebruiken, met een goed gevoel voor de implicaties van het gebruik van moderne media. In ons onderwijsconcept willen we vormgeven aan maatwerk zodat we goed aansluiten bij het niveau van de leerlingen, de leerkenmerken van de leerlingen en de talenten van de leerlingen. Zo worden de 21e eeuwse vaardigheden bij leerlingen ontwikkeld.
Met bovenstaande in gedachte is het onontkoombaar dat digitalisering een belangrijke plaats inneemt in ons onderwijs. Daardoor wordt het mogelijk om:
In de praktijk betekent dit dat leerlingen op de locatie Waalwijk met regelmaat gebruik maken van computers, digitale leermiddelen, digitale hulpmiddelen en digitale toetsing. Leerlingen nemen een laptop mee naar school.
De digitale leermiddelen zijn er ter ondersteuning van het leerproces. Leerlingen nemen een laptop mee naar school.
Waarom een laptop mee naar school?
De computer is in het dagelijks leven bijna niet meer weg te denken en ook in het onderwijs noodzakelijk. De laptop wordt in en buiten de lessen om allerlei redenen gebruikt. We geven een paar voorbeelden. Met de laptop wordt het office-programma ingezet, zodat leerlingen informatie kunnen verwerken en leren communiceren of presenteren. De methodes bieden allerlei extra materiaal aan die digitaal bereikbaar zijn. Zo wordt het makkelijker om leerstof op maat aan te bieden. De laptop geeft via internet toegang tot allerlei (kennis)bronnen en via specifieke programma’s kunnen er metingen meegedaan worden. Bijvoorbeeld bij de science-vakken. Op school wordt ook gesproken over de wijze waarop je omgaat met technologie, waarbij keuzes besproken worden. Bijvoorbeeld de momenten waarop inzet daarvan wel, maar ook niet gewenst is.